Vespa Club Oostende

 

 
 
 
 
65 jaar Vespa Club Oostende

IS 65 JAAR VCO : HET GEZEGENDE JAAR 1956

 

65-jaar-vespa-club-oostende-004-1-13

Het was dus in 1956 dat VCO boven de doopvond werd gehouden. Maar hoe zag de wereld er toen uit, hoe was het leven in dat gezegende jaar ’56? Wat hield de Oostendenaars bezig? Hoe zat het toen met de expansie van Piaggio en haar liefdeskind Vespa?

1956 staat enerzijds in de geschiedschrijving niet als een topper geboekstaafd, maar anderzijds wordt als een van de meest markante jaren van de vorige eeuw gezien. Het was vooral een kantelmoment op vele vlak. Problemen waren er genoeg: de koude oorlog werd steeds scherper en de wereldvrede hing daardoor aan een zijden draad, de Suezcrisis drong zich op, de Russen bereidden hun maanvluchten voor (een jaar later zou de beroemde hond Laika door de Russen de ruimte worden in gestuurd ). De Amerikanen bleven niet onbetuigd en waren volop bezig met de wedijver: wie is de sterkste van de planeet?

Vergeten we niet dat toen Wereldoorlog II nog maar ruim een decennium achter de rug was. Oostende was aan de eindfase van de wederopbouw van die oorlog gaan het afwerken, nog deels zijn wonden aan het likken in het herstel van de onverwachte overstroming van drie jaar eerder plaatsvond. Er was weer werk op de plank.

 
65-jaar-vespa-club-oostende-004-1-3
65-jaar-vespa-club-oostende-004-1-7
65-jaar-vespa-club-oostende-004-1-5
 

Vier jaar eerder verscheen fier het nieuwe Casino Kursaal aan onze kustlijn, een symbool van modernisme. De Grote Post stond er ook nog maar pas: in 1953 was het gebouw klaar. Ook hier is deze periode een kantelmoment :

65-jaar-vespa-club-oostende-004-1-9 65-jaar-vespa-club-oostende-004-1-11

de donkere tijd van de oorlog met haar herstel en de mooie tijd van moderne expansie. Typisch was ook dat een aanzienlijke groep Oostendenaars het modernisme
maar niets vonden. Kortom, een tijd van contrasten, is wat je allerminst kan zeggen.

 

Zo had een aantal mensen bijvoorbeeld kritiek op de draaideur aan ingang van de Grote Post: het voelde voor velen als te modern aan. Als men iemand bedoelde die door Moeder Natuur niet zo goed was bedeeld, specifiek met een niet zo fraai gezicht en zo levenslang door stad en wereld moest rondlopen, zeiden ze: ‘Den deen e zeker me ze kop tuschn de deuren van de Grote Post gezeten’.

 
65-jaar-vespa-club-oostende-004-2-11
 

1956 werd zeker een jaar met zeer intense voorbereidingen: want twee jaar later pakte ons land uit met het grootste, het beste wat het ooit geserveerd had en tot op vandaag heeft  gerealiseerd: de Wereldtentoonstelling van 1958.

De impact daarvan was enorm. Welk Vlaamse familie hoorde zijn voorvaderen daar niet over praten?

Wie had er toen niet de Wereldtentoonstelling gezien?

Modernisme ten top

65-jaar-vespa-club-oostende-004-2-13
 

En vergeten we zeker niet volgende VCO-leden die net als de Vespaclub het levenslicht in 1956 zagen eerbiedwaardig te vermelden: Carlos Van Craeynest, Nicole Ide, en Marie-Christine Hallemeersch.

 
65-jaar-vespa-club-oostende-004-2-9
65-jaar-vespa-club-oostende-004-2-3
65-jaar-vespa-club-oostende-004-2-1

Na publicatie kunnen er uiteraard nog nieuwe leden geboren in 1956 onze ledenlijst aanvullen die we nu al met respect benaderen. Of leden uit dat fameuze geboortejaar die ontsnapt zijn aan onze informatica, waarvoor we nu al verontschuldigingen aanbieden.

 

Iedereen kent wellicht familieanekdotes uit de periode rond 1956. In bescheidenheid wil ik er graag eentje meegeven. Mijn vader, onderwijzer in die dagen, reed met de fiets van de Pontonstraat door het bosje (een korte doorsteek) naar de Aartshertoginnestraat,65-jaar-vespa-club-oostende-004-2-5waar zijn leerlingen hem opwachtten. Hij torste naast zijn lederen boekentas nog twee broers van me op diezelfde fiets. Het verhaal speelt zich heel concreet af in 1956. Dat weet ik zeker omdat op een regenach\ge dag een put vol water zich in het wegdek in het bosje verborg en hij met zijn West-Vlaamse klieken en klakken, inclusief met twee kinderen, op de grond smakte. Na zwaar gevloek op West-Vlaamse wijze was voor hem de maat vol: hij zou ’s anderendaags een auto kopen. Er kwam geen Vespa aan te pas, we zijn nooit thuis scooterliedebbers*(1) geweest:

65-jaar-vespa-club-oostende-004-2-7

ik bleek een late roeping te zijn. Vader Houwen kocht een Morris Minor in 1956 in de garage op de hoek van de Nieuwpoortsesteenweg en de Werkzaamheidstraat. Thans is er een firma waar je belettering kan aanschaffen. Je ziet er vandaag nog de contouren van een ouderwetse garage in. Hij betaalde 56 000 Belgische frank en de garagehouder reed twee keer de steenweg op en neer en zei: ‘Ewel, mèèster Owen, je go gie da nu we kun, met een otto rien! Vader reed inderdaad voor de allereerste keer in zijn leven met een auto van de garage naar het stadhuis en kocht er zijn rijbewijs *(2). En die fiets? Hij heeft er nooit meer op gereden...

 

Dit verhaal illustreert hoe het er in die dagen verkeerstechnisch aan toe ging. Er was minder verkeer heel zeker, maar het was voor de Vespisten in die dagen niet echt veilig om je op de weg te begeven.

En de mobiliteit.. gelinkt aan ons hebbeding? Om maar één voorbeeld te geven: de autosnelweg Oostende – Brussel was eindelijk klaar en in gebruik genomen in datzelfde jaar 1956. We staan meteen met de voeten op de grond als we denken aan idyllische ritten met een Vespa.

65-jaar-vespa-club-oostende-004-3-1
De Vespa, die 
toen van aan zijn ontwerp 10 jaar oud was, was voor velen een wonderoplossing: niet meer met de fiets in onze vaak barre weersomstandigheden en een auto was vaak (nog) te duur. Maar de hobbelige wegen, soms nog niet eens bestraat *(3), zorgden ervoor dat de combinatie van het slechte wegdek en de dito vering van de Vespa je pas gedronken koffie weer naar boven kwam. Of je pintje, zeg maar pintjes : want er was nog geen sprake van promille. Dit is pas 11 jaar later aan de orde na een tragisch ongeval met de dronken vrachtwagenbestuurder voor de schoolpoort van een lagere school in Asse waar er 10 lagere schoolkinderen het leven lieten. Dus, zo veilig was Vesparijden zeker niet.

Maar je had de groep liedebbers, die net zoals wij vandaag, het esthetische gebouwde wonder – ook Vespa genoemd – meteen in hun hart ontsloten. Enthousiastelingen, pioniers van de toen slechte tot barslechte wegen. Grenzen verleggen met de Vespa: steeds langer ritten, steeds andere records vestigen, enz..

 

Als we naar de getuigenissen luisteren van de nu (hoog)bejaarden die toen VCO-leden waren (*(4) Gustaaf Beelen, Maria Vercouter, Raymond Duynslegher, Ronny Boes en Joana Ammeloot) hebben we ondertussen een schat aan informatie over VCO in zijn begindagen. 

65-jaar-vespa-club-oostende-004-3-3
We dragen onze Vespa hoog in het vaandel en Piaggio doet dat ook, zonder twijfel. Het zou anderzijds een vergissing zijn om de oprichters uit de roemrijke familie Piaggio te onderschacen. Commercieel waren deze stijlvolle Italianen goed uit de kluiten gewassen. Sterker nog, naast onschuldige stappen in merchandising (Piaggio was daarin trendzetter wat de nodige lires genereerde) gaven ze een niet te onderschatten druk naar alle hoofdverdelers toe om Vespaclubs te helpen uit de grond stampen. Het werd eigenlijk een verplichting. Zij moesten niet de stichters zijn, maar moesten ervoor zorgen dat er een Vespaclub gekoppeld werd aan hun zaak. Dat was natuurlijk puur commercieel: elk lid van Vespaclub had een Vespa, kocht er misschien nog één, zette andere aan om Vespa’s te kopen, ging naar de dealers voor onderhoud, werden wisselstukken gekocht, enz...

 

Zo weten we dat Raymond Duynslaegher, meesterknecht bij de firma Kessels, tegen heug en meug zijn vrije tijd moest opofferen om tijdens VCO-ritten technische assistentie te bieden. Joanna Ameloot, weduwe Charles Kessels (toenmalige hoofdverdeler in de streek) getuigde duidelijk in deze zin: om zaken te doen met Piaggio moest je vroeg opstaan, heel vroeg zelfs...

65-jaar-vespa-club-oostende-004-4-1Maar die hele commerciële achtergrond kon de ware Vespaliedebber worst wezen. Vespa was hip, was leuk en was bovenal een degelijk vervoermiddel. Ook Oostende knipoogde naar deze schitterend Italiaanse machine. Daardoor is VCO er altijd geweest: in periodes bij de start en zeker de laatste jaren zeer tastbaar aanwezig, in andere periodes wat stiller met een handvol leden.

Uit research brengen we eer aan enkele VCO-voorzitters: Adrien Cortvriendt, Gustaaf Beelen, Philip Ollivier, William Rondelez en Manu Mommerency

Uit archieven komen doorgaans enkel de voorzitters naar boven. Maar elke periode van VCO die zijn sporen uitzette, was veel breder dan het werk van zijn voorzitter alleen: de vele gedreven leden en bestuursleden hebben in die 65 jaar hun schouders onder de club gezet. Dankzij hen is de club wat die vandaag is. Dankbaar mogen we zijn...

 

 In alle bescheidenheid zijn we fier dat we dat deel van 65-jaar-vespa-club-oostende-004-4-3 VCO uitmaken die een sterke geschiedenis, een  respectvolle traditie en stevige verankering heeft in eigen streek én ook ver daarbuiten.

Onder impuls van onze huidige voorzitter, Manu Mommerency, geruggesteund zoals hij vaak zegt ‘door een sterk team’ heeft hij nationaal en internationaal VCO op de kaart gezet. Al jaren zijn we de op één na grootse Belgische club en moeten het begrijpelijk tegen een grote stad afleggen: VC Antwerpen. Het zegt veel over onze spirit, onze koppige eigenheid, doorspekt van humor en ambiance. Ook zelfkritiek is een belangrijke eigenschap van onze club om steeds kwalitatief te verbeteren.

Het is overduidelijk zoals vele ambiancemakers uit de club vaak scanderen: ‘Forzza VCO!

 

 

 
 

Fier om er deel van uit te maken,

vco-logo-vec-0-5x
Tekst: Bart Houwen, secretaris VCO

Foto's: Carlos Van Craeynest, bestuurslid VCO

 

Bekijk ook de publicaties van het toenmalige Vespa Club België ivm met het ontstaan van VCO

 

 

*(1) Later toen ik in de jaren ’70 tot de jaren van verstand werd gerekend en liefelijk zei dat een scooter en zeker een Vespa iets prachtig was, repliceerde mijn vader dat dit allemaal (scooters, dus) voor Nozems was. Hij doelde op de anarchisten in Nederland, specifiek in Amsterdam die amok maakten met het establishment. Mijn broers en ik deden dat af als ‘hij is weer aan het zagen’...

*(2) Pas in 1967 werd het rijexamen ingevoerd, enkel theoretisch, in 1977 volgde pas het praktische rijexamen

*(3) De straat waar ik als kind woonde in Oostende werd pas in 1969 van straatstenen voorzien

*(4) Deze getuigenissen staan te lezen op onze website