Vespa Club Oostende
Sinds vele jaren is het bestuur van Vespa Club Oostende op zoek naar de roots van de club. Het is geweten dat in de jaren ’50 Vespaclubs als paddenstoelen de grond uitschoten. Oostende liet zich toen niet onbetuigd, maar waar zijn die voormalige bestuurders en clubleden gebleven? Uiteraard heeft de tand des tijds aan mens en archief gevreten.
Tot bij toeval de huidige voorzitter Manu Mommerency in contact werd gebracht met Gustaaf Beelen en zowaar zaten een huidig en een voormalig voorzitter van Vespa Club Oostende (VCO) netjes naast elkaar te keuvelen. De vonk sloeg à la minuut over en oude VCO-ervaringen borrelden naar boven. Manu Mommerency, welopgevoed zoals hij is, had een en ander mee voor de oud-voorzitter. Plaquettes, zelfklevers, een banner en wat drank onder de vorm van VCO-bier (Oostensche Twitakt). Goed bedoeld, maar de oud-voorzitter drinkt blijkbaar enkel water…
Zo kon dankzij oud-voorzitter, Gustaaf Beelen, een en ander van de clubgeschiedenis van VCO worden gereconstrueerd. Gustaaf was ten minste de tweede voorzitter van VCO. Hij herinnerde zijn voorganger, maar zijn naam was hij kwijt. Hij nam omstreeks 1954 het roer over tot hij naar Congo vertrok eind 1959. 
Gustaaf verbleef er ruim een jaar en bij zijn terugkomst was VCO tijdelijk ophouden te bestaan. Voor hoe lang is onduidelijk. Maar in elk geval de mooi tierende club met steevast ongeveer een 80-tal leden ging ter ziele. De precieze oorzaak kon hij niet meer achterhalen, maar na een tijdje in het gesprek bleek dat het groeiend succes van koning Auto er de oorzaak van was. Fietsen- en Vespazaak Gebroeders Kessels destijds ontdekte een gat in de plaatselijke markt. Door je Vespa bij hen over te laten en een relatief gering bedrag bij te leggen, had je een NSU. Je zat voortaan in een denkbeeldig veilige kooi: de grillige weeromstandigheden waren passé. Nagenoeg alle leden van de Oostendse Vespaclub sprongen toen op deze commerciële kar.
We bekijken wellicht de toenmalige Vespaclub te veel vanuit onze hedendaagse bril: de Vespa was het enige vervoermiddel van een modaal gezin. De welstand deed iedereen reikhalzend uitkijken naar een auto waar het hele gezin in kon. Ook Gustaaf kon er met zijn vrouw en dochter veilig in terecht. Het statussymbool Auto had bij het gezin Beelen, maar ook bij de vele anderen VCO-leden, zijn intrede gedaan. Neen, niet zoals vandaag beschikte een gezin over de luxe om meer dan één vervoermiddel te hebben. Deze gedacht was de stille dood van VCO samen met haar vele Vespaliefhebbers. Pas vele jaren later wonnen Vespaclubs weer aan populariteit.
In stukken en brokken, passend bij de klaargelegde foto’s, trok de kranige oud- voorzitter van leer. Zijn accent verraadde dat hij geen geboren Oostendenaar is. Als Limburger (° 01/01/1932) lag hij als beroepsmilitair vanaf 1950 in Oostende bij de Marine en leerde er enkele jaren later de Oostendse Germaine kennen. Zijn beroep en de liefde hield hem aan de kust. Na een tussenstop van een jaar in Congo keerde hij terug naar Oostende, deze keer naar het Militair Hospitaal tot aan zijn pensioen.
Meteen begonnen zijn ogen voor een eerste keer te fonkelen. Hij had deelgenomen aan de Euro Vespa (de huidige Vespa World Days) in Vipiteno (Italië). Niet iedereen mocht toen zo maar deelnemen. Van elke club mochten ten hoogste twee leden mee en niet zomaar de eerste de besten. Het moesten de winnaar en de tweede zijn van elke club van het klassement van de Gymkana in de schoot van Vespa Club België. Een Gymkhana is behendigheidsparcours waarbij de deelnemers zo snel mogelijk zonder een voet aan de grond te zetten het parcours afleggen.
Zo geschiedde: Gustaaf Beelen en Firmin Van Daele reden naar het Italiaanse Vipiteno. Zij moesten de heen – en terugrit zelf bekostigen. De rest was op rekening van VC België (van Innsbruck tot Italië) en ter plaatse kwam alles op rekening voor de Vespa Club Italië. Op de foto hieronder zie je de Belgische delegatie in Innsbruck.
Ze reden er twee propvolle dagen over. De zwartwit foto laat niet vermoeden hoe de delegatie er in werkelijkheid uitzag: allen in rode overall met een band rond de arm met Belgium er op. De helmen liet sponsor Kessels in het geel spuiten en plakte er een rode en zwarte band op. Op en top Belgisch… Bemerk het kruisje op de foto. Dat is Gustaaf. Ook de VCO-banner prijkt op de Vespa. Verder vertelde Gustaaf dat ze tot in Cortina d’ Ampezzo reden. Hij benadrukte dat dit alles gratis was. We tellen 22 Vespa’s en gaan er simplistisch van uit dat er 22 Belgische deelnemers waren. Gustaaf merkte op dat er wel 1600 machines te bewonderen waren.
Hieronder zie je enkele foto’s van de rit naar Euro Vespa in Vipiteno
Hier zie je de twee Oostendenaars, de vertegenwoordigers van VCO, boven op de Brennerpas. Gustaaf staat rechts met de helm op. Zijn vriend Firmin is inmiddels overleden.
Een van de jaarlijks terugkerende ritten was het voorrijden van de Oostendse Cimantaire Stoet. Dit is een plaatselijke Carnavalsstoet. Het voorrijden gebeurde steevast in een V-formatie. Misschien eens een idee voor de huidige Vespaclub van Oostende om dat historisch over te doen. Bemerk op de kleurenfoto de Zuidwesters die de VCO-leden op hebben. Ook de mooie banner prijkt fier op de glimmende Vespa’s.
Dat er veel Gymkhana’s waren in die dagen spreekt aan de foto’s. Zo zien we een dergelijk evenement in Rijsel en in Geraardsbergen. Gustaaf was er winnaar!
Gustaaf sprak fier over de Oostendse rit naar de Meli in De Panne met een 400 à 500-tal deelnemers. Ze keerden veilig en wel terug naar het clublokaal ‘De Normandie’ waar verkleumde rijders zich te goed deden aan Ovomaltine, zo wist Gustaaf. En toen sprak plotseling Germaine liggend vanuit de sofa want ze is jammerlijk fysiek en mentaal wat ziek: ‘Ik zat graag op die Vespa!’. ‘Maar ermee rijden, neen, mijn handen waren te klein’ weerklonk het vanuit dezelfde fauteuil. Gustaaf bevestigde dit verhaal. Germaine wou zo graag met de Vespa rijden. Gustaaf trok in die jaren naar het veilige bosje (Het Maria Hendrika park) waar er toen minder verkeer was. Germaine zette goed aan in eerste, maar ze kon de grote hendel niet ingedrukt krijgen om te schakelen omdat haar handen inderdaad te klein waren. Spijtig vond ze dat…
Opmerkelijk is dat op dergelijke grote clubritten de deelnemers steevast een benzinebonnetje kregen. Vandaag is dat vervangen door eet- en drankbonnen. Deze bon konden ze ten gelde maken in één bepaalde plaatselijke bezinepomp.
Bij het heengaan, toen Gustaaf in de deuropening stond en mijn Vespa aanschouwde, vertelde hij me enigszins ontgoocheld dat er weinig chromé aan het ding zat. Dat was toen heel populair, wist hij. Maar echt voor een tweede keer fonkelden zijn ogen toen ik hem zei dat de club hem naar aanleiding van een rit zou komen begroeten met een hele reeks Vespa’s. Ik zou hem eerst opbellen, kwestie van de hoogbejaarde man niet te veel te doen schrikken, en de huidige VCO-leden zouden hem toeterend voor zijn deur een eresaluut brengen. Nu al is Gustaaf voor de Vespa Club Oostende onsterfelijk.
Hieronder vind je nog enkele prachtexemplaren van VCO-activiteiten uit vervlogen tijden…
Tekst Bart Houwen
Foto’s Luc Pollet